Maaike Ouboter


Je kust me, je sust me,omhelst me, gerust me.

Je vangt me, verlangt me, oneindig ontbangt me.

Je roept me, je hoort me, je redt en verstoort me.

Geloof me, beroof me, verstikt en verdoof me.

Je ademt en leeft me, siddert en beeft me.

Vertrouwt me, beschouwt me, als mens en weerhoudt me

van bozige dromen die op komen dagen

de eenzame vragen van eindig geluk.

 

Met je krullen als nacht, hoe je praat hoe je lacht.

Hoe je stem zo dichtbij als een engel verzacht.

In mijn dromen doorstromen oneindige leegte.

Je remt me, je temt me, je roert en beweegt me.

Ik mis je, ik mis je, ik grijp je, ik gris je.

Ik wil je, bespeel je, ik roer en beveel je

om bij me te blijven in donkere nachten

om niet meer te smachten naar jou.

 

Laat me los, ik moet nu alleen.

En houd me vast als het nodig is in gedachten. 

En ik zoek je in alles om me heen.

Maar al denk ik soms dat het zo beter is.

Kan ik het niet helpen dat ik je soms mis.

 

Oh ik smoor je, bevroor je, verlos en verloor je.

Weg naar een andere plek maar ik hoor je.

Omarm je, verwarm je, ik zie en ik voel je.

Ik aai je, ik streel je, ik knuffel en kroel je.

Je rijdt me begrijpt me, verwart en misleidt me.

Het schrikt me soms af hoeveel ik op je lijk nu.

M'n glimlach mijn tranen, m'n liefde, mijn leven

Het spijt me van alles, kom help en bevrijd me.

 

En laat me los, ik kan het alleen.

Maar houd me vast als het nodig is, in gedachten. 

En ik vind je in alles om me heen.

Maar al denk ik soms dat het zo beter is.

Kan ik het niet helpen dat ik je soms mis.

 

Ik kus je, ik sus je, ik doof en ik blus je.

Je blijft heel dicht bij me, maar in mijn hoofd rust je.

Bezoekt u deze website, dan gaat u akkoord met het gebruik van cookies.
Laat dit bericht niet meer zien Cookies weigeren